Ga naar de inhoud

De grens tussen onszelf en de ander: van neurobiologie tot klinische praktijk

Samenvatting

Heel wat mensen met psychische problemen worstelen met het bewaken van de grenzen tussen zichzelf en anderen. Onderzoek in de klinische psychologie en psychiatrie levert steeds meer inzichten op over de ervaring van zelf-andergrenzen in verschillende domeinen van het functioneren: 1. het gevoel van de eigendom van een eigen en uniek lichaam dat afgegrensd is van de omgeving, 2. de ervaring van zeggenschap over het eigen handelen, en 3. het differentiëren van de eigen gedachten en emoties van die van anderen. Studies tonen aan dat problemen met de capaciteit tot zelf-anderonderscheid samenhangen met een verhoogde kwetsbaarheid voor psychopathologie, en dat het hier mogelijk om een transdiagnostisch fenomeen gaat. Recent zijn er nieuwe inzichten ontstaan in de neurobiologische mechanismen onderliggend aan het zelf-anderonderscheid, en ook nieuwe experimentele paradigma’s die toestaan deze capaciteit preciezer vast te stellen. Deze ontwikkelingen laten een beter begrip toe van waarom en hoeveel mensen worstelen met het zelf-anderonderscheid, en welke belangrijke rol zelf-andergrenzen spelen in therapeutische interacties. Dit literatuuroverzicht tracht daarom de vertaalslag te maken van een aantal belangrijke wetenschappelijke inzichten over het zelf-anderonderscheid naar de klinische praktijk.

Trefwoorden: zelf-anderonderscheid, zelf-andergrenzen, emotionele besmetting, lichaamseigendom, zeggenschap, afstemming

Je moet ingelogd zijn om de rest van de inhoud te bekijken. Alsjeblieft . Geen lid? Join Us