De man die zijn hoofd verloor. Over wanen en illusies
Draaisma, D. (2022)
Groningen: Historische Uitgeverij
Toen ik tijdens mijn opleiding stage liep, kwam ik een collega-student tegen op de afdeling psychiatrie van een algemeen ziekenhuis. Ik wist niet waarom hij daar was, maar dat veranderde snel toen hij wijzend op de kastjes aan de muur zei: “Weet jij dan niet dat in die kasten mensen wonen en dat die zeggen wat wij moeten doen?” Dat was mijn eerste kennismaking met mensen die dingen geloven en zien die ons bevreemden. Later merkte ik dat we in ons werk met enige regelmaat patiënten tegenkomen die de onmogelijkste dingen geloven. Iedereen kent wel de verhalen van mensen die denken dat ze via het stopcontact afgeluisterd worden of dat aliens hen beïnvloeden. Vreemder zijn verhalen van mensen die denken dat ze twee jaar geleden zijn verdronken of dat ze hun overleden dierbare ergens horen scharrelen in het huis. Sommige wanen zijn verbonden met een hersenletsel, waardoor we zicht krijgen op neurologische circuits die intact moeten zijn om het geestelijk evenwicht te bewaren, maar van andere herkennen we de oorzaak niet meteen. Het voelt voor mensen die zeker weten dat ze Jezus Christus of Napoleon zijn, denken dat ze zelf dood zijn of dat hun geliefden zijn vervangen door dubbelgangers als een zekerheid; niemand kan hen ervan overtuigen dat het niet zo is. Voor wie bevangen is door wanen, is die gewaarwording zó echt dat de bizarre en vreemde dingen die men ervaart de onomstotelijke realiteit zijn.