Ga naar de inhoud

News

Dokter, heeft mijn huiduitslag met stress te maken?

Inleiding

Wat is psychodermatologie?

Psychoanalytische stromingen suggereren dat huidziekten in verband kunnen worden gebracht met onderdrukte of onbewuste emoties. De huid vervult verschillende rollen, onder meer als afgrenzing van de buitenwereld, erogene zone en vormgeving van de identiteit (Ulnik, 2007). De afgelopen dertig jaar toonde wetenschappelijk onderzoek steeds duidelijker aan dat onze huid en hersenen via een dicht neuro-immuunnetwerk van allerlei zenuwen en hormonale stoffen communiceren. Huid en afweersysteem bevatten receptoren voor cortisol en adrenaline, gereguleerd door de hypothalamus-hypofyse-bijnieras (HPA-as). Recent werd ontdekt dat er ook een ‘huid-breinas’ bestaat. Talrijke huidcellen en zelfs de cellen van het bindweefsel onder de huid zijn in staat om hormoonachtige stoffen aan te maken en deze naar het brein te zenden waardoor directe communicatie tussen huid en brein in beide richtingen plaatsvindt. Ook ons afweersysteem speelt een belangrijke rol in deze wisselwerking (Trier et al., 2019). Chronische stress verstoort het evenwicht tussen huidcellen en afweer, activeert het afweersysteem en lokt ontstekingen uit. Daarom kunnen angst en stress een rol spelen bij talrijke huidziekten, zoals eczeem en psoriasis. Stress lokt op verschillende manieren een opstoot van psoriasis uit: via de centrale en perifere HPA-as, regulatie van cytokineproductie en activatie van het sympatisch zenuwstelsel. Stress stimuleert de productie van corticotropin-releasing hormone (CRH), wat leidt tot toegenomen cytokines en proinflammatoire factoren in de huid. (Nor)adrenaline en cortisol beïnvloeden rechtstreeks immuuncellen. Verhoogde cortisolspiegels veroorzaken een psoriasisopstoot en een verhoging van inflammatoire stoffen zoals TNF-α, wat bijdraagt aan het ontstaan en verergering van depressieve klachten (Marek-Jozefowicz et al., 2022).

Huidziekten kunnen, door hun zichtbaarheid en klachten, zoals jeuk of pijn, op hun beurt angst, stress en depressieve klachten uitlokken waardoor er een vicieuze cirkel ontstaat (Willemsen, z.j.). Veel patiënten met een zichtbare huidziekte schamen zich en vertonen sociale angst. Schaamte kan isolement en gebrek aan zelfvertrouwen uitlokken. Chronische stress bemoeilijkt ook wondgenezing en tast de beschermende functie van de huid aan, wat relevant is bij eczeem.

Je moet ingelogd zijn om de rest van de inhoud te bekijken. Alsjeblieft . Geen lid? Join Us

De wereld van de fertiliteitspsycholoog. Een ware ‘psy-cialist’ in een interdisciplinaire omgeving

Inleiding

Klinisch psychologen komen, ongeacht hun werkveld, waarschijnlijk in contact met personen met fertiliteitsproblemen. Ongeveer 16% van de mensen met een actieve kinderwens kampt immers met deze problematiek en het is bekend dat het uitblijven van een zwangerschap en de transitie naar ouderschap een grote psychische impact heeft.

Als fertiliteitspsycholoog worden we dagelijks met deze problematiek geconfronteerd in een context van wat steeds meer lijkt op een ’maakbare wereld’. We proberen als fertiliteitspsycholoog te navigeren tussen een wettelijk kader, het eigen ethisch kader van onze kliniek en de aanvragen van wensouders. Nieuwe fertiliteitsbehandelingen en de toepassingen ervan zijn sterk gelinkt aan de evoluerende maatschappelijke context waarin een stijgend aantal mensen ouderschap uitstelt en de diversiteit aan gezinsvormen toeneemt. Traditionele heterokoppels, alleenstaanden en lesbische koppels maken slechts een deel uit van onze patiëntenpopulatie. Denk hierbij aan het invriezen van eicellen en zaadcellen wegens medische en niet-medische redenen, co-ouderschap en draagmoederschap.

Vruchtbaarheidsproblemen worden niet louter als een medisch probleem beschouwd, maar worden al geruime tijd vanuit een biopsychosociaal model benaderd, met specifieke aandacht voor het welzijn van de wensouder(s) én het toekomstige kind. Ook in dit domein van de geneeskunde evolueren we van een cure- naar een caremodel. Schakelen tussen medische, psychologische, psychotherapeutische, psychiatrische, sociale, juridische, antropologische, ethische thema’s en kennis is een must en maakt van de fertiliteitspsycholoog een ware ‘psy-cialist’ in een interdisciplinaire omgeving.

In deze bijdrage bieden we een inkijk in onze dagelijkse praktijk als fertiliteitspsycholoog in Brussels IVF, het centrum voor reproductieve geneeskunde van het Universitair Ziekenhuis (UZ) Brussel, waar ondersteuning, begeleiding en screening van patiënten centraal staan.

Je moet ingelogd zijn om de rest van de inhoud te bekijken. Alsjeblieft . Geen lid? Join Us

Cultuursensitief, multidisciplinair hulpverlenen

Casus

Het is maandagochtend en zoals elke maandagochtend neem ik deel aan de briefing op de verpleegafdeling. Alle opgenomen patiënten worden een voor een besproken. De hoofdverpleegkundige vertelt dat een patiënte, mevrouw M, zich de afgelopen dagen slecht voelt. De communicatie verloopt moeizaam en ze vertoont wat passief-agressief gedrag tegenover de verpleging. Aan mij wordt gevraagd of ik bij mevrouw wil langsgaan voor een gesprek. Ik heb al wekelijks contact met haar en ga dus in op het verzoek. Mevrouw M geeft inderdaad aan misnoegd te zijn. Een verpleegster heeft met een mes in haar medicatie geroerd. “On ne touille pas avec un couteau, on touille avec une cuillère!” Hoewel ik zelf niet goed inzie wat het probleem is, vraag ik op een neutrale manier en vanuit oprechte interesse meteen naar de betekenis. Mevrouw vertelt dat ze van Congolese origine is en dat het roeren met een mes zware gevolgen kan hebben voor haar revalidatieproces. Ze zegt dat het binnen haar cultuur geassocieerd wordt met het gebruik van zwarte magie en dat ze nu bang is voor de gevolgen voor haar gezondheidstoestand.

In het Universitair Ziekenhuis Brussel, waar ik werkzaam ben als klinisch psycholoog, kom ik dagelijks in contact met volwassenen met verschillende culturele en religieuze achtergronden die kampen met fysieke en/of psychische klachten. Al vanaf het begin van mijn professionele carrière besef ik dat een cultuursensitieve benadering van cruciaal belang is voor kwaliteitsvolle zorg. Via deze bijdrage wil ik hulpverleners aanzetten om stil te staan bij hun eigen referentiekader en dit te verruimen, zodat ze op een bewuster niveau cultuursensitief hulp kunnen verlenen.

Je moet ingelogd zijn om de rest van de inhoud te bekijken. Alsjeblieft . Geen lid? Join Us

Professionalisering, profilering en positionering van de psycholoog in het ziekenhuis in Nederland

Inleiding

De psycholoog draagt sinds de jaren 1960 onmiskenbaar bij aan de kwaliteit van de gezondheidszorg in de Nederlandse ziekenhuizen. Dat is niet alleen de verdienste van de beroepsgroep zelf, maar werd mede mogelijk doordat medisch specialisten aangaven behoefte te hebben aan psychologische expertise. Het besef groeide dat psychische factoren en een lichamelijk ziekteproces elkaar beïnvloeden (Bierkens, 1994). Dit besef is weer terug te voeren op het verzet van artsen en psychiaters tegen een puur materialistische visie op lichamelijkheid (Dehue, 1990). Zo kreeg de psycholoog toegang tot het ziekenhuis en betrad als gedragswetenschapper, met kennis van gezondheidsproblemen, de medische wereld. Het vergde diplomatie en psychologisch inzicht om een plek te verwerven in het bestaande medische bolwerk. In 2003 publiceerde de sectie1 Psychologen in Algemene en Academische Ziekenhuizen van het Nederlands Instituut van Psychologen (NIP-PAZ) het zeer lezenswaardige boekje van Doortje Veltman dat uitgebreid verslag doet van de begintijd waarin psychologen zich vestigden in een medische werkomgeving.

In het begin bestond de beroepsgroep uit een kleine groep pioniers (De Vries, 1999). In 2002 telde de beroepsgroep ongeveer driehonderd tot vijfhonderd collega’s – de schattingen lopen uiteen. Deze getallen zijn inmiddels gestegen naar achthonderd tot duizend (Capaciteitsorgaan, 2023).

De positie van psychologen in het ziekenhuis is nog altijd bijzonder, omdat zij met hun expertise een niet-medisch specialisme vertegenwoordigen. Zo is het in tijden van schaarste nog altijd noodzakelijk om de toegevoegde waarde van de psycholoog in het ziekenhuis te bewijzen. Aan de andere kant zijn de psychologen in het ziekenhuis steeds meer ingebed geraakt en is hun rol in een multidisciplinair samenwerkingsverband steeds vanzelfsprekender geworden.

In wat volgt wordt beschreven hoe de praktijk van de psycholoog in het ziekenhuis in Nederland er in 2023 uitziet. Aan bod komen de identiteit, de opleidingsachtergrond van de psycholoog in het ziekenhuis en de manier waarop de psychologen in het ziekenhuis georganiseerd zijn en samenwerken.

Je moet ingelogd zijn om de rest van de inhoud te bekijken. Alsjeblieft . Geen lid? Join Us

Psychologie in Vlaamse universitaire ziekenhuizen: de psy-cialisten

Inleiding

Deze bijdrage is gebaseerd op de lezingen die de leidinggevende psychologen van het Universitair Ziekenhuis (UZ) Antwerpen, UZ Brussel, UZ Gent en UZ Leuven op 22 september 2023 hielden tijdens het symposium Is er een psy-cialist in de zaal?. Het was geen sinecure om één verhaal te maken over de organisatie en de werkwijze in vier verschillende ziekenhuizen. Toch zijn er veel overeenkomsten, zowel in wat we doen, als in wat we niet doen. We staan in dit artikel stil bij de organisatie en de moeilijkheden die daarbij komen kijken. Dit leidt tot drie aandachtspunten voor psychologen, directies en overheden om de geestelijke gezondheidszorg in ziekenhuizen te optimaliseren. In deze bijdrage ligt de focus niet op wetenschappelijke of economische argumentatie, maar op ‘practice-based evidence’.

Je moet ingelogd zijn om de rest van de inhoud te bekijken. Alsjeblieft . Geen lid? Join Us

Organisatorische aspecten van interdisciplinaire diagnostiek bij kinderen en jongeren

Inleiding

Lange wachtlijsten in de zorg zijn een actueel, persistent en wijdverspreid probleem en een uitdaging voor zowel zorgaanbieders als beleidsmakers (Van Ginneken et al., 2022). Ook in Vlaanderen wordt de toegankelijkheid tot de zorg voor kinderen en jongeren met ontwikkelingsproblemen en problemen op het gebied van de geestelijke gezondheid gekenmerkt door lange wachttijden (Cloet et al., 2020; Kinderrechtencommissariaat, 2022; Staten-Generaal Geestelijke Gezondheidszorg, 2020). De wachttijden leiden voor het kind tot een verlaat begin en onderbroken verloop van het zorg- en ondersteuningstraject (Corbin, 1998). Eén aspect van de zorg voor kinderen en jongeren met ontwikkelingsproblemen en problemen op het gebied van de geestelijke gezondheid is de gesubsidieerde interdisciplinaire diagnostiek. Deze diagnostiek wordt in Vlaanderen aangeboden door verschillende organisaties, zoals de diensten kinderpsychiatrie van ziekenhuizen, referentiecentra autisme, centra voor ontwikkelingsstoornissen, centra geestelijke gezondheidszorg, centra voor ambulante revalidatie, onthaal- en behandelcentra, onthaal-, oriëntatie- en observatiecentra, en binnen de schoolcontext de centra voor leerlingenbegeleiding. Daarnaast is er nog een ruim aanbod aan private multidisciplinaire praktijken die eveneens diagnostiek aanbieden.

Tussen 2018 en 2023 werden verschillende beleidsondersteunende onderzoeksprojecten opgezet (Cloet et al., 2020; Cloet & Leys, 2020; Cloet, Vrydag, & Leys, 2022) om de organisatie en de toegankelijkheidsproblematiek van de interdisciplinaire diagnostiek voor kinderen en jongeren met een vermoeden van ontwikkelingsstoornissen in Vlaanderen in kaart te brengen. Deze bijdrage beschrijft de belangrijkste resultaten van deze onderzoeken en geeft een aanzet om de samenwerking met de interdisciplinaire diagnostiek in de ziekenhuiscontext uit te bouwen.

Je moet ingelogd zijn om de rest van de inhoud te bekijken. Alsjeblieft . Geen lid? Join Us

Juridische zorgen van de klinisch psycholoog

Inleiding

De juridisering van het Belgische gezondheidszorgsysteem en bij uitbreiding van de zorgrelatie leidt ertoe dat gezondheidszorgbeoefenaars vaak onvoldoende op de hoogte zijn van hun rechten en plichten. Tal van regels met tal van interpretaties, waarover zelfs juristen het niet eens raken, zorgen voor rechtsonzekerheid, maar ook voor gekunstelde zorgrelaties behept met angst voor juridische gevolgen.

Het rechtsbeginsel dat ‘ieder wordt geacht de wet te kennen’ is in de praktijk ongetwijfeld een juridische fictie. De gezondheidszorgbeoefenaar is specialist in het verstrekken van zorg, niet op het gebied van wetskennis. Nochtans is het van belang dat hij een juiste basiskennis heeft over de wetgeving en de juridische beginselen die op de (zorg)relatie tussen hem, zijn collega’s en de patiënt van toepassing zijn. Te denken valt onder meer aan de Wet betreffende de rechten van de patiënt (Ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu [Min SZVL], 2002), de Kwaliteitswet (Federale overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu, 2019) en het beroepsgeheim (Strafwetboek, 1867, Art. 458).

In deze bijdrage behandelen we vragen over de rechten van de minderjarige patiënt, het inzagerecht na overlijden, de persoonlijke notities en het delen van gezondheidsgegevens met derden. We beantwoorden zeven veelvoorkomende juridische vragen over de zorgrelatie, met specifieke toepassingen voor de praktijk van de klinisch psycholoog.

Je moet ingelogd zijn om de rest van de inhoud te bekijken. Alsjeblieft . Geen lid? Join Us

De psy-cialist: van ziekenhuispsycholoog naar gezondheidshuispsycholoog

Volgens de Cel Planning van het Aanbod van de Gezondheidszorgberoepen van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu (2023) werkten er in 2021 2056 psychologen in een algemeen ziekenhuis.1 Dat is bijna 20% van het totaal aantal geregistreerde klinisch psychologen. Toch horen… Lees verder »De psy-cialist: van ziekenhuispsycholoog naar gezondheidshuispsycholoog

Een verkeerd lichaamsbeeld verhelderd

Body Dysmorphic Disorder
Khemlani-Patel, S., & Neziroglu, F. (2022)
Boston: Hogrefe Publishing

In de derde, herziene editie van de Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders (DSM-III-R; American Psychiatric Association [APA], 1987) werd voor de eerste keer de Body Dysmorphic Disorder (BDD) opgenomen; toen werd dit ziektebeeld nog ondergebracht bij de somatoforme stoornissen. In de vijfde editie van de DSM (APA, 2013) werd BDD ondergebracht in de groep obsessieve-compulsieve en verwante stoornissen. Uit verschillende onderzoeken blijkt deze stoornis ongeveer tussen 1,7% en 2,4% van de bevolking te treffen (Buhlmann et al., 2010). BDD wordt ook wel ingebeelde lelijkheid, dysmorfofobie, morfodysforie of morfodysfore stoornis genoemd en heeft kenmerken van een sociale fobie en een dwangstoornis. Mensen met deze psychische aandoening kunnen niet stoppen met denken aan een of meer waargenomen gebreken in hun uiterlijk die volgens hen ervoor zorgen dat zij lelijk of misvormd zijn. Dit kan een klein gebrek zijn of iets dat niet door anderen kan worden waargenomen, maar de persoon voelt zich zo beschaamd en angstig dat hij of zij veel sociale situaties gaat vermijden en/of probeert de waargenomen tekortkomingen te verbergen met make-up of kleding. Iemand die een lichaamsdysmorfe stoornis heeft, concentreert zich intens op het uiterlijk en het lichaamsbeeld, waarbij er herhaaldelijk in de spiegel gekeken wordt en men geruststelling zoekt of zich voortdurend verzorgt – soms vele uren per dag. De waargenomen tekortkoming, de perfectionistische neigingen en het repetitieve gedrag veroorzaken aanzienlijk leed en beïnvloeden het vermogen om in het dagelijks leven normaal te functioneren.

De meest voorkomende kenmerken waar mensen geneigd zijn zich op te fixeren – die overigens kunnen fluctueren in de tijd – zijn onder andere gezicht (zoals neus, teint, rimpels, acne en andere vlekken), haar (uiterlijk, dunner worden en kaalheid), uiterlijk van huid en aderen, borstgrootte, spieromvang, genitaliën en een preoccupatie met het feit dat de lichaamsbouw te klein of niet gespierd genoeg is (spierdysmorfie) – dit komt bijna uitsluitend voor bij mannen.

Uit angst voor het stigma van ijdelheid verbergen veel patiënten hun preoccupatie. BDD wordt dan ook vaak niet opgemerkt door psychiaters en psychologen en blijft daardoor ondergediagnosticeerd.

Je moet ingelogd zijn om de rest van de inhoud te bekijken. Alsjeblieft . Geen lid? Join Us

De ene psychopaat is de andere niet

Psychopaten, wie zijn ze? Misvattingen en dwalingen over psychopathie
Uzieblo, K. (2022)

Gent: Borgerhoff & Lamberigts

Veel boeken over psychopathie bevatten een hoge amusementswaarde. Ze laten ons griezelen over koele seriemoordenaars die zonder gewetenswroeging gruwelijke misdaden begaan. Ook op streamingsdiensten zijn series over psychopaten en seriemoordenaars populair. In de regel combineren boeken over psychopathie huiveringwekkende verhalen met populair-wetenschappelijke kennis.

Op zoek naar dergelijke lectuur zou je op het boek Psychopaten, wie zijn ze? van prof. dr. Kasia Uzieblo kunnen stuiten. Op grond van de kaft met felle rode kleur en de contouren van een hardblauw, naar binnen gekeerd, geagiteerd hoofd zou je soortgelijke verhalen kunnen verwachten. Maar je zou al gauw bedrogen uitkomen. In plaats van sensatieverhalen bevat dit boek een genuanceerde, wetenschappelijk onderbouwde visie op psychopathie. De ondertitel Misvattingen en dwalingen over psychopathie doet dan ook meer recht aan de inhoud. Het boek gaat eerst in op wat psychopathie precies is en wat de determinanten ervan zijn. Vervolgens wordt besproken hoe de kenmerken te herkennen bij kinderen en volwassenen. Hierbij komt niet alleen het forensisch of therapeutisch kader aan bod, maar ook andere contexten, zoals de politiek en de werkomgeving, passeren de revue. En vervolgens wordt aandacht besteed hoe daarmee om te gaan. Ten slotte wordt stilgestaan bij de zin van straffen en behandelen van mensen met psychopathie.

Je moet ingelogd zijn om de rest van de inhoud te bekijken. Alsjeblieft . Geen lid? Join Us