Ga naar de inhoud

News

Het ‘alles wat je moet weten over gokken’-boek?

Gokken is geen spel. Op weg naar herstel
Frieda Matthys & Ronny Willemen (2023)

Gompel&Svacina uitgevers

Eind november 2023 werd het boek Gokken is geen spel gepubliceerd. Schrijvers zijn psychiater Frieda Matthys en maatschappelijk werker Ronny Willemen. Wat is er zo leuk aan gokken en hoe komt het dat sommigen er niet mee kunnen stoppen? Hoe verschillen de risico’s qua personen en gokproducten? Wat zegt de wetgever over de diverse gokopties? Het zijn maar enkele vragen waar dit boek een antwoord op wil geven.

Lees verder »Het ‘alles wat je moet weten over gokken’-boek?

Psychische aandoeningen voorkomen door in te zetten op sociaaleconomische factoren

Psychische aandoeningen voorkomen door in te zetten op sociaal-economische factoren: kennis, kansen en uitdagingen

Door het maatschappelijk debat over mentale gezondheid loopt een rode draad: de sociale en economische determinanten van psychische klachten verdienen meer aandacht dan ze nu krijgen. In dit artikel bespreken we waarom steeds meer betrokkenen door een sociaaleconomische bril naar mentale gezondheid kijken, wat dit kan betekenen voor beleid en klinische praktijk en welke dilemma’s hierbij ontstaan. We hopen hiermee samenwerking te bevorderen en de discussie over sociale determinanten in de klinische praktijk te voeden.

 

Toenemende psychische problematiek

De prevalentie van psychische klachten in Nederland en Vlaanderen is de afgelopen jaren toegenomen. In Nederland ervoer 13,8% van de algemene bevolking van 12 jaar en ouder in 2022 significante psychische klachten (score < 60 op Mental Health Inventory-5) (Hiemstra et al., 2023), terwijl dit in 2014 nog 10,7% was (Centraal Bureau voor de Statistiek, z.j.). In Vlaanderen had in 2018 29,8% van de bevolking van 15 jaar en ouder psychische problemen (score > 1 op General Health Questionnaire-12, items gedichotomiseerd), terwijl dit in 2008 nog 23,5% was (Gisle et al., 2020). Data over kinderen komen onder andere uit het internationaal onderzoek Health Behavior in School-aged Children (Cosma et al., 2023; World Health Organization, Regional Office for Europe,‎ 2016). Hierin steeg het aantal 15-jarigen dat zich meer dan eens per week neerslachtig voelt tussen 2014 en 2022: in Vlaanderen van 21% naar 33% (meisjes) en van 7% naar 12% (jongens), in Nederland van 21% naar 32% (meisjes) en van 7% naar 15% (jongens).

Je moet ingelogd zijn om de rest van de inhoud te bekijken. Alsjeblieft . Geen lid? Join Us
Klimaatpsychologie

Klimaatpsychologie: psychologen steken hun kop niet in het zand

Eind 2024 nam de gerenommeerde klimaatwetenschapster Valerie Trouet ontslag als voorzitster van het Belgisch Klimaatcentrum. Een striemende column in De Morgen, waarin ze geen blad voor de mond nam, ging eraan vooraf (Trouet, 2024). Maatregelen om de opwarming van de planeet tegen te gaan werden immers op de lange baan geschoven. Trumps overwinning in de Amerikaanse verkiezingen en zijn voornemen om meer olie op te pompen in de Verenigde Staten (VS) waren voor haar de druppels die de emmer deden overlopen. Ze had lang gezwegen en voorzichtig gemanoeuvreerd, omdat doemscenario’s contraproductief kunnen werken. Nochtans werken alarmerende boodschappen over de klimaatverandering niet altijd averechts, zo leert de klimaatpsychologie. Maar daarover straks meer. Mijn belangstelling voor de klimaatpsychologie werd gewekt toen ik merkte dat mijn reacties op vrienden of naasten die hun vliegreis aankondigden verkeerd vielen. Een moraliserend vingertje werkt immers niet en kan de verstandhouding verzuren. Hoe een klimaatgesprek meer vruchten kan afwerpen, komt eveneens aan bod in de klimaatpsychologie. De meeste mensen associëren de klimaatpsychologie met klimaatangst of klimaatdepressie, maar zoals we in deze bijdrage laten zien, gaat de klimaatpsychologie over veel meer. Eerst staan we echter stil bij de impact van de opwarming van de planeet en hoe de klimaatpsychologie tot stand is gekomen. Een belangrijke inspiratiebron voor deze bijdrage is het recent verschenen Nederlandstalig overzichtswerk Klimaatpsychologie: hoe psychologie bijdraagt aan een duurzaam leven (Van der Stel et al., 2024) dat we van harte aanbevelen aan wie zich in deze materie wil verdiepen. 

 

Een wereldwijde catastrofe dreigt

Wetenschappers beschouwen de klimaatverandering als de grootste existentiële bedreiging voor de mensheid. Aan de basis van de opwarming van de aarde ligt de toenemende concentratie van broeikasgassen (koolstofdioxide, methaan) in de atmosfeer, waardoor er meer zonnewarmte wordt vastgehouden dan uitgestraald. Deze stijging van broeikasgassen is te wijten aan industriële uitstoot, ontbossing en de verbranding van fossiele brandstoffen. Menselijk handelen veroorzaakt dus in belangrijke mate de opwarming van de aarde, die inmiddels de grens van anderhalve graad vergeleken met het pre-industriële niveau heeft overschreden. Het streefdoel van het klimaatakkoord van Parijs in 2015 is dus achterhaald; we stevenen nu af op de kritische bovengrens van twee graden, wat betekent dat de opwarming van de planeet veel sneller verloopt dan verwacht. De gevolgen van de klimaatverandering zijn inmiddels geen ver-van-mijn-bedshow meer. Denk bijvoorbeeld aan de rampzalige overstroming in het Waalse stadje Pepinster. We zullen steeds vaker geconfronteerd worden met extreme weersfenomenen die kunnen leiden tot onder andere extreme droogte, veel te natte zomers, grote bosbranden, voedsel- en waterschaarste. Klimaatwetenschappers waarschuwen bovendien voor interacties van deze gevolgen (’tipping points’). Smeltende ijskappen reflecteren bijvoorbeeld niet alleen minder zonlicht, maar zorgen ook voor opwarming van het zeewater, hetgeen de zeestromingen beïnvloedt. Klimaatwetenschappers begrijpen dan ook niet waarom afdoende maatregelen van politici en beleidsmakers uitblijven. De energietransitie en vergroening van de maatschappij vragen weliswaar grote investeringen, maar die vallen in het niet vergeleken met de menselijke, economische en maatschappelijke kosten van de calamiteiten die ons boven het hoofd hangen.   

Je moet ingelogd zijn om de rest van de inhoud te bekijken. Alsjeblieft . Geen lid? Join Us
Cognitieve gedragstherapie voor insomnie (cgt-i)

Cognitieve gedragstherapie voor insomnie (cgt-i) voor en door iedereen?

Cgt-i in het kort

Cgt-i is een evidencebased, effectieve en aanbevolen behandeling voor chronische insomnie (Riemann et al., 2023). Deze aandoening wordt gekenmerkt door een aanhoudende ontevredenheid over de slaap, gepaard gaand met moeite met inslapen, doorslapen of vroegtijdig ontwaken, met negatieve gevolgen voor het dagelijks functioneren op emotioneel, cognitief en gedragsmatig vlak. De symptomen treden minstens drie keer per week op gedurende minstens drie maanden (American Psychiatric Association, 2013).

De therapie richt zich specifiek op het aanpakken van disfunctionele gedachten en maladaptieve gedragingen rond de slaap en bestaat doorgaans uit meerdere componenten (Morin, 1993):

  1. Slaapgerelateerde psycho-educatie: het verstrekken van wetenschappelijk onderbouwde informatie over slaap en slaappatronen.
  2. Tijd-in-bedrestrictie: het beperken van de tijd in bed tot de daadwerkelijke slaaptijd, gebaseerd op een dagelijks ingevuld slaapdagboek, om de slaapefficiëntie te verhogen.
  3. Stimuluscontrole: het bed en de slaapkamer exclusief gebruiken voor slaap om positieve associaties met slapen te bevorderen.
  4. Cognitieve herstructurering: het uitdagen en vervangen van contraproductieve of angstige gedachten  ̶  voornamelijk maar niet exclusief  ̶  over slaap door meer realistische cognities.
  5. Relaxatie: het aanleren van actieve en/of passieve ontspanningstechnieken om de focus van het (niet) slapen te verleggen.

Cgt-i wordt meestal individueel of in groep aangeboden gedurende zes tot acht weken door een gecertificeerde klinisch psycholoog of erkend somnoloog. De therapie is zeer effectief gebleken voor de behandeling van chronische insomnie en wordt in veel gevallen verkozen boven medicamenteuze interventies met klassieke of atypische hypnotica (Riemann et al., 2023).

 

Democratisering?

Op het slaapcongres Sleep Europe 2024 dat in Sevilla werd gehouden bleek duidelijk dat cgt-i bezig is aan een democratiseringsproces. Verschillende sessies waren gewijd aan diverse digitale vormen van cgt-i en aan hybride modellen, kortdurende varianten en zogenaamde steppedcarebenaderingen voor uiteenlopende comorbide stoornissen. Deze behandelingen worden aangeboden door een breed scala van zorgverleners, variërend van klinisch psychologen, artsen, fysiotherapeuten tot verpleegkundigen, maar ook door leken zoals sportleerkrachten (Hrozanova et al., 2024). Ook in België wordt ernaar gestreefd cgt-i meer toegankelijk te maken in de eerstelijnszorg, waarbij gratis kortdurende opleidingen worden aangeboden om zorgverleners te trainen in het toepassen van cgt-i-technieken bij patiënten met verschillende slapeloosheidsklachten, ongeacht comorbide stoornissen (Rens et al., 2024).

Je moet ingelogd zijn om de rest van de inhoud te bekijken. Alsjeblieft . Geen lid? Join Us
Psychische hulpverlening kinderen complexe gezinnen

Psychische hulpverlening aan kinderen in gezinnen met meervoudige en complexe problemen

Ervaringen uit de praktijk

 

Samenvatting

Kinderen in gezinnen met meervoudige en complexe moeilijkheden hebben een sterk verhoogd risico om ernstige psychische problemen te ontwikkelen. Met het reguliere hulpverleningsaanbod is het moeilijk om deze kinderen te bereiken en effectief te behandelen. In dit artikel worden de praktijkervaringen van een ervaren mobiel kinderpsychiatrisch team door middel van zeven semigestructureerde focusgroepinterviews op een systematische manier in kaart gebracht. Dit resulteert in een aantal richtlijnen die enig houvast en inspiratie kunnen bieden aan hulpverleners die met deze gezinnen werken. 

Trefwoorden: (multi)probleemgezinnen, gezinnen met meervoudige en complexe problemen, moeilijk bereikbare gezinnen



Inleiding

Gezinnen met meervoudige en complexe problemen worstelen met langdurige en ernstige sociaaleconomische en psychosociale moeilijkheden (Van der Steege et al., 2020). Dit kluwen van elkaar versterkende ongunstige gezinsfactoren zorgt voor een sterk verhoogde kans dat kinderen ernstige psychische problemen ontwikkelen (Boer & Vlak, 2019). Een van de paradoxen in de geestelijke gezondheidszorg (ggz) is dat juist deze gezinnen, die de hulp het meest nodig hebben, moeilijk tot bij hulpverleners raken. De drempels zijn al geruime tijd bekend (Cunningham & Henggeler, 1999): ouders die wanhopig proberen om zelf het hoofd boven water te houden missen doorgaans de mentale ruimte om stil te staan bij het emotionele welbevinden van hun kinderen, ontberen de financiële middelen om hulp te betalen en hebben niet het vertrouwen dat hulpverleners het goed met hen menen.

Gezinnen met meervoudige en complexe problemen worden soms moeilijk bereikbaar genoemd. Maar het is de vraag of het niet eerder de hulpverleningsorganisaties zijn die moeilijk te bereiken zijn. De hulpverlening slaagt er niet goed in om een aanbod te ontwikkelen dat tegemoetkomt aan de noden van deze gezinnen (Boag-Munroe & Evangelou, 2012). Zelfs als het gezin de weg naar reguliere ambulante hulpverlening vindt, levert dit vaak weinig resultaat op: de individuele psychopathologie van kinderen is in deze gezinnen zo sterk verweven met het gezinsfunctioneren dat ambulante therapie hier niet tegen opgewassen lijkt. Peeters (2022) beschreef eerder hoe een aantal van deze gezinnen functioneren en reageren als chronisch getraumatiseerde systemen met heel eigen en zo weerbarstige overlevingsstrategieën dat ook gezinstherapie hierin moeilijk beweging krijgt. Ook materiële en financiële beperkingen spelen een rol: hoe kunnen ouders bijvoorbeeld het advies opvolgen om meer structuur te bieden aan hun jongste twee kinderen als die noodgedwongen samen met de inwonende oma in de woonkamer moeten slapen? Het probleem zit dus in de afstemming tussen wat hulpverleners bieden en wat deze gezinnen willen en nodig hebben (Ghesquière, 1993). Om (kinderen in) deze gezinnen te bereiken en verandering te kunnen bewerkstelligen is een aangepaste organisatie en methodiek nodig (Boag-Munroe & Evangelou, 2012). De vraag is dan ook hoe het hulpaanbod beter op deze gezinnen kan worden afgestemd.

Lees verder »Psychische hulpverlening aan kinderen in gezinnen met meervoudige en complexe problemen

Diversiteit in therapie: bruggen bouwen, barrières doorbreken

Working with difference & diversity in counselling & psychotherapy
Cameron, R. (2020)
Londen: Sage

Zowel de Vlaamse als de Belgische samenleving is de afgelopen decennia aanzienlijk gediversifieerd, waarbij er sprake is van complexe interacties tussen culturele, etnische, religieuze, seksuele en genderidentiteiten. In het licht van deze evolutie is aandacht voor de impact van demografische diversiteit op de klinische psychologie essentieel. Working with difference & diversity in counselling & psychotherapy is een boek dat in dit kader past. Het is geschreven door Rose Cameron, een ervaren counselor en psychotherapeut met een diverse patiëntenpopulatie, die momenteel teaching fellow is aan de University of Edinburgh.

Je moet ingelogd zijn om de rest van de inhoud te bekijken. Alsjeblieft . Geen lid? Join Us

Vakkundige psychodiagnostiek in een didactisch jasje

Diagnostiek van kind, opvoeding en gezin
Celestin-Westreich, S., & Celestin, L.-P. (2022)
Amsterdam: Pearson Benelux

Vaak hoor je (te?) zeggen dat diagnostiek en begeleiding of behandeling niet los van elkaar gezien kunnen worden. Toch is het noodzakelijk regelmatig apart te focussen op diagnostische interventies. Er gebeurt immers (hopelijk) meer dan een label plakken, een vragenlijst afnemen of vragen stellen. Het gaat om “vakkundige oordeelsvorming“ (Celestin-Westreich & Celestin, 2022, p. 7) die rust op vier pijlers: vakinhoud, proces en cyclus, methoden, en vaardigheden. Het boek van Celestin-Westreich en Celestin kan ons helpen om elke pijler op systematische wijze onder de loep te nemen. Hun FACE-aanpak staat voor “een model, methode en klinisch programma” (p. xviii) voor het Faciliteren van de Afstemming van Cognitie en Emotie. Met ‘emotie’ bedoelen de auteurs niet alleen de emoties van het kind. Ook de therapeutische, empathische houding van de diagnosticus speelt een rol in het beschrijven en verklaren van onderzoeksvragen om zo tot een afgestemd, consistent en flexibel behandelplan te kunnen komen.

Je moet ingelogd zijn om de rest van de inhoud te bekijken. Alsjeblieft . Geen lid? Join Us

De relatie tussen brein, gevoel en gedrag op late leeftijd

Rimpelingen in het hoofd van ouderen. Over psychische problemen, het brein en het leven
Vandenbulcke, M. (2022)

Leuven: LannooCampus

Het boek Rimpelingen in het hoofd van ouderen. Over psychische problemen, het brein en het leven, in de reeks Een dokter spreekt van LannooCampus, werd geschreven door professor Mathieu Vandenbulcke, neuropsychiater met een stevige wetenschappelijke achtergrond en veel klinische expertise. Hij neemt de lezer mee op een boeiende verkenningstocht in het hoofd van ouderen bij wie er op een of andere manier iets ‘misloopt’ in de hersenen. Hij combineert hierbij grondigheid en inzicht met concrete casussen en toegankelijk taalgebruik.

Je moet ingelogd zijn om de rest van de inhoud te bekijken. Alsjeblieft . Geen lid? Join Us