Ga naar de inhoud

News

Tien jaar deontologische code

Bouwsteen voor ethisch professioneel handelen

 

Inleiding

Het Koninklijk besluit van 2 april 2014 tot vaststelling van de voorschriften inzake de plichtenleer van de psycholoog verscheen op 16 mei 2014 in het Staatsblad (Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie [FOD EKME], 2014b). In het najaar van 2014 werden de verkiezingen voor de tuchtinstanties van de Psychologencommissie georganiseerd, zodat deze begin 2015 hun werkzaamheden konden starten. Na tien jaar loont het de moeite terug te blikken op het belang van de deontologische code voor de beroepsuitoefening van de psychologen. De tuchtinstanties komen in dit artikel niet aan bod, deze bijdrage behandelt de volgende vragen:

  • Welke ontwikkelingen hebben geleid tot het uitwerken van een officiële deontologische code?
  • Hoe werd de deontologische code uitgewerkt?
  • Wat kan de code betekenen voor de dagelijkse praktijk van psychologen en hoe ondersteunt de Psychologencommissie de psychologen om ethisch verantwoord te handelen?
  • En ten slotte, wat zijn de toekomstige uitdagingen?

Je moet ingelogd zijn om de rest van de inhoud te bekijken. Alsjeblieft . Geen lid? Join Us

Het regeerakkoord-De Wever en de geestelijke gezondheidszorg

In het Federaal regeerakkoord-De Wever (2025) zijn er van de 202 pagina’s vier aan de geestelijke gezondheidszorg (ggz) gewijd. Dat er aan de onderhandelingstafel overlegd is over dit thema betekent dat ggz geen stiefkindje meer is van de politiek. Cynici kunnen uiteraard beweren dat de onderhandelingen acht maanden duurden, wat ruimte bood om elk denkbaar onderwerp aan te snijden.

Hersenstof: stof tot nadenken


Hersenstof: een gedragsneurologische en neuropsychologische integratie
Lafosse, C. (2022)

Leuven: Acco

In zijn boek met de treffende titel Hersenstof neemt Christophe Lafosse, doctor in de psychologie en gespecialiseerd in klinische neuropsychologie, de lezer mee op een intellectuele reis waarbij niet alleen kennis over de complexiteit van onze hersenen wordt onthuld, maar ook de symbolische betekenis van ‘stof tot nadenken over de hersenen’ diepgaand wordt verkend.

Het gaat hier niet om een standaardboek, het is eerder een soort bijbel: een uitgebreide bron van kennis en inzichten over de hersenen. Al vanaf de eerste pagina’s neemt de auteur de lezer mee op een ontdekkingsreis door het complexe domein van de hersenwetenschappen. Het geeft mij het gevoel alsof ik weer in de aula zit en als student de professor aan het woord hoor.

Je moet ingelogd zijn om de rest van de inhoud te bekijken. Alsjeblieft . Geen lid? Join Us

Van exclusie naar meer inclusie


Praktijkboek antisociaal gedrag en persoonlijkheidsproblematiek
Rijckmans, M.J.N., Van Dam, A., & Van den Bosch, L.M.C. (Red.) (2020)

Houten: Bohn Stafleu van Loghum

Personen met een antisociale persoonlijkheidsstoornis (APS) zijn onbehandelbaar, meer nog, een behandeling kan hen nog antisocialer maken. Gewelddadige personen willen niet veranderen. Dit zijn enkele argumenten die vanuit de reguliere gezondheidszorg opgeworpen worden om niet met zulke profielen aan de slag te gaan. Hierbij veronderstelt men dat deze groep hors catégorie is en enkel binnen een apart forensisch zorgcircuit behandeld kan worden. Toch is het een utopie dat deze personen allemaal uit de reguliere geestelijke gezondheidszorg (ggz) geweerd zouden kunnen worden. Een substantieel deel van de mensen die criminele feiten plegen, komt ooit met de reguliere zorg in aanraking (Abreu Minero et al., 2018; De Varé et al., 2021), en die zorg ziet zich ook geconfronteerd met personen die verward gedrag vertonen en dreigen met geweld of tot geweld overgaan (Van Buuren & Sizoo, 2019). De reguliere zorg kan hier dus wel degelijk op het vlak van preventie en welzijnsbevordering een belangrijke rol spelen, maar dan is het essentieel dat hulpverleners hun vooroordelen opzijzetten, zich in deze thematiek verdiepen en de nodige kennis opbouwen om met deze groep aan de slag te gaan. Het Praktijkboek antisociaal gedrag en persoonlijkheidsproblematiek kan hierbij helpen.

Je moet ingelogd zijn om de rest van de inhoud te bekijken. Alsjeblieft . Geen lid? Join Us

Psychosen: is een spectrumbenadering het beste alternatief?


Psychose begrijpen in 33 vragen (Kopzorgen)
Vanheule, S., & Van Os, J. (2022)

Leuven/Amsterdam: LannooCampus

In 33 antwoorden op evenzovele vragen geven de auteurs een overzicht van de hedendaagse kennis over de psychotische stoornissen, gaande van schizofrenie, manie, melancholie, paranoia en psychogene psychosen tot en met alledaagse vervreemdingsbelevingen. De voornaamste hedendaagse wetenschappelijke literatuur wordt toegelicht, zowel de biologische en de sociale psychiatrie komen aan bod als het psychotherapieonderzoek.

Er zijn drie delen. Eerst zijn er de vragen over wat psychose is. Dan over wat iemand meemaakt tijdens een psychose; met zowel de beleving van de getroffene als die van de maatschappelijke omgeving. Tot slot de vragen hoe men het beste omgaat met de psychose: medicatie, psychotherapie, sociale benadering, werken met de directe omgeving?

Het is onmogelijk om hier op alle aspecten in te gaan. Ik presenteer de voornaamste inzichten.

Je moet ingelogd zijn om de rest van de inhoud te bekijken. Alsjeblieft . Geen lid? Join Us

Het helen van oude wonden


Met de jaren. Waarom het wel zin heeft om ouderen met psychische problemen te behandelen
Videler, A., & Wilting, R. (2023)

Amsterdam: Boom

Het voorheen breed verspreide pessimisme over psychotherapie bij ouderen ligt gelukkig al enige tijd achter ons. Vandaag werken steeds meer klinisch psychologen met senioren. En waar men vroeger voornamelijk neuropsychologisch onderzoek verrichtte, gaan velen heden ten dage ook psychotherapeutisch aan de slag. Deze toegenomen aandacht voor het werken met ouderen heeft uiteraard te maken met de demografische realiteit: de vergrijzing en de dubbele vergrijzing (de toename van het aantal hoogbejaarden). Maar ook de grotere mondigheid van de huidige groep senioren speelt hier een rol: ze willen niet weggemoffeld worden aan de ‘rand van de samenleving’ en vinden dat ook het psychisch welzijn tot op hoge leeftijd aandacht verdient. Dit laatste kwam door de coronacrisis nog in een stroomversnelling: er ontstond meer aandacht voor de geestelijke gezondheid, ook bij ouderen.

Je moet ingelogd zijn om de rest van de inhoud te bekijken. Alsjeblieft . Geen lid? Join Us

Normatieve leeftijdstrends en geslachtsverschillen in DSM-5 maladaptieve persoonlijkheidstrekken bij Vlaamse volwassenen

Implicaties voor de normen van de PID-5-100

De introductie van het Alternatieve Model van Persoonlijkheidsstoornissen in de vijfde editie van de Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders (DSM-5; American Psychiatric Association, 2013) betekende een ingrijpende verandering voor de klinische persoonlijkheidsdiagnostiek. Naast de evaluatie van het persoonlijkheidsfunctioneren (Criterium A) werden 25 maladaptieve persoonlijkheidstrekken (Criterium B) geïntroduceerd die men als dispositionele bouwstenen van persoonlijkheidspathologie kan beschouwen. Ze kunnen worden gemeten aan de hand van de gratis beschikbare Personality Inventory of DSM-5 (PID-5). Hoewel dit dimensionele alternatief een antwoord biedt op tal van tekortkomingen in de traditionele categoriale diagnostiek, lijkt een grootschalig gebruik in de klinische praktijk uit te blijven. Een belangrijk obstakel is een gebrek aan informatie over wat een verhoogde score op deze 25 PID-5-trekken precies inhoudt. Met deze bijdrage trachten we hieraan tegemoet te komen door leeftijds- en geslachtseffecten van de PID-5-trekken in een Vlaamse steekproef van volwassenen (N = 1930) te bespreken, die tevens de basis vormden voor de ontwikkeling van leeftijds- en geslachtssensitieve populatienormen. De gevalideerde Nederlandstalige PID-5-vragenlijst, een scoringsformulier en de normtabellen kunnen clinici helpen bij het bepalen in welke mate een volwassen patiënt klinisch betekenisvolle verhoogde scores vertoont op de PID-5 maladaptieve persoonlijkheidstrekken.1

Trefwoorden: PID-5-100, normatieve trends, normscores

Je moet ingelogd zijn om de rest van de inhoud te bekijken. Alsjeblieft . Geen lid? Join Us

Rol van ‘waargenomen responsiviteit’ in suïcidale gedachten: een experience sampling-studie bij psychiatrische patiënten

Samenvatting van het artikel:

Sels, L., Homan, S.A., Reis, H.T., Horn, A.B., Revol, J., Scholz, U., Kowatsch, T., & Kleim, B. (2024). Perceived responsiveness in suicidal ideation: An experience sampling study in psychiatric patients. Suicide and Life-Threatening Behavior. Advance online publication. https://doi.org/10.1111/sltb.13095

Open access

Je moet ingelogd zijn om de rest van de inhoud te bekijken. Alsjeblieft . Geen lid? Join Us

Toekomst van de digitale Belgische geestelijke gezondheidszorg

Analyse en beschouwing van het rapport van de Hoge Gezondheidsraad

 

Inleiding

Het rapport Digitale interventies en apps voor geestelijke gezondheid werd door de Belgische Hoge Gezondheidsraad in maart 2024 uitgebracht. Dit rapport richt zich op de groeiende rol en de mogelijkheden van digitale technologieën binnen de geestelijke gezondheidszorg (ggz) van België. Digitale interventies hebben de potentie om de problemen die er zijn met onder andere de toegankelijkheid van de zorg en de stigmatisering ervan te verminderen. Zo kunnen digitale interventies wachtlijsten verkorten, de zorg efficiënter maken en de mate van zelfzorg, betrokkenheid en eigen regie van mensen bevorderen. Het rapport gaat ook in op de vraag hoe deze technologieën kunnen worden geïntegreerd in de bestaande structuren van het Belgische zorglandschap. Tot slot worden aanbevelingen voor de toekomst geformuleerd. De werkgroep die betrokken was bij het opstellen van dit rapport bestond uit een multidisciplinair team van experts, waaronder psychologen, psychiaters, technologen, en beleidsmakers. De adviezen en beschouwingen in het rapport zijn gebaseerd op wetenschappelijke en peer-reviewed publicaties.

Je moet ingelogd zijn om de rest van de inhoud te bekijken. Alsjeblieft . Geen lid? Join Us

Een gesprek met Tania Verhelst, dichter-performer, klinisch psycholoog-psychotherapeut, mens

In de rubriek casuïstiek komen meestal casusbesprekingen of voorbeelden van ‘good practices’ aan bod. Een van de voornaamste criteria bij de beoordeling van zo’n bijdrage is of klinisch psychologen erdoor in de praktijk geïnspireerd kunnen worden. Wat minder aan bod komt is de persoonlijke ervaringswereld van de klinisch psycholoog-psychotherapeut. Zo kunnen we ons de vraag stellen: 1. wat drijft een collega om gedichten te schrijven, die te publiceren en ze voor te dragen, en 2. is er een relatie tussen het dichterschap en het werk als klinisch psycholoog? Er zijn natuurlijk veel psychologen die schrijven, maar het gaat meestal om bijdragen op het gebied van de psychologie en psychotherapie. Slechts enkelen wagen zich aan poëzie of proza, zoals Patrick Gyselen (2022), Inge Schilperoord (2021), Daphne Schrijvers (2021), Werner Storms (2001). Ook Tania Verhelst is zo’n collega, die mij bovendien inspireert en intrigeert.

Je moet ingelogd zijn om de rest van de inhoud te bekijken. Alsjeblieft . Geen lid? Join Us