In een redactioneel van het Tijdschrift Klinische Psychologie leverde Johan Vereycken (2024) commentaar op de Pano-uitzending De jacht op labels van 22 oktober 2024 (VRT MAX). De uitzending en het commentaar houden ons een spiegel voor over de steeds aanwezige verleiding om deskundigheid in ons vak als klinisch psychologen te mystificeren.
Een anekdote
Laat me beginnen met een anekdote. Een vriend belt me met de volgende vraag: “Mijn zoon wil zich inschrijven in de politieschool, maar heeft toen hij twaalf was drie maanden Ritalin© gebruikt nadat hij de diagnose ADHD gekregen had. Om aan de opleiding te kunnen beginnen moet hij een getuigschrift hebben van zijn behandelend psychiater dat hij geen ADHD meer heeft. Hij heeft al acht jaar geen ggz-behandelaar meer. Jij bent klinisch psycholoog, kun jij ons helpen?” Ik overweeg: er is geen lijden en geen zorgvraag, dit is eenvoudig. Maar ook, ik wil dit ethisch en dus niet zomaar als een vriendendienst afhandelen. En dus verwijs ik hem naar gespecialiseerde collega’s. Het ADHD-team is bereid een diagnostisch spoedconsult in te plannen.
Mijn vriend belt mij ruim twee maanden later met de vraag: “De instelling heeft gevraagd mijn verzekeraar te vragen om een tweede reeks van tien sessies in te plannen voor verdiepende diagnostiek.” Dit worden dan samen twintig sessies diagnostiek en dit zonder dat er een zorgvraag was! Mijn vriend vraagt: “Is dit normaal in de ggz?” Nee, dit is niet normaal… Ik was plaatsvervangend verlegen voor mijn collega’s.