Ga naar de inhoud

Project insomnie (VVKP): minder slaapmedicatie, meer gedragsinterventies bij slaapproblemen

Wanneer slecht slapen problematisch wordt

Slaap is een fundamenteel aspect van gezondheid, welzijn en cognitief functioneren. Bijna iedereen heeft weleens een slechte nacht, maar de gevolgen hiervan zijn gewoonlijk beperkt. Het wordt echter een probleem wanneer men langere tijd een verstoord slaap-waakritme heeft én hier last van ondervindt. Men spreekt dan van chronische slapeloosheid of insomnie. Volgens de DSM-5 (American Psychiatric Association, 2013) is insomnie een slaapstoornis waarbij men gedurende minstens drie maanden en minstens driemaal per week subjectief slecht slaapt en daardoor overdag duidelijke functionele klachten ervaart, zoals vermoeidheid, prikkelbaarheid of verminderde concentratie.

Het driefactorenmodel van insomnie stelt dat er voorbestemmende (bijvoorbeeld: persoonlijkheids- en/of biologische trekken), uitlokkende (bijvoorbeeld: stress, psychiatrische stoornissen) en onderhoudende (bijvoorbeeld: conditionering, dutjes en cafeïne ter compensatie van de moeheid overdag) factoren zijn. Terwijl in de acute fase vooral uitlokkende factoren een rol spelen, is er bij chronische insomnie gewoonlijk sprake van een complex samenspel van onderhoudende factoren (Ellis et al., 2021; Vargas et al., 2020). Op jaarbasis ervaart ongeveer drie op de tien personen acute (kortdurende) insomnie, en een op de tien chronische insomnie (Vargas et al., 2020). In deze bijdrage staan we stil bij slaapproblemen, illustreren we de rol van de klinisch psycholoog hierbij en reiken we enkele handvatten aan om eerste hulp bij slaapproblemen te bieden.

Je moet ingelogd zijn om de rest van de inhoud te bekijken. Alsjeblieft . Geen lid? Join Us